Commissie

Voor onderwerpen die NIET op de agenda staan bestaat aan het begin van de vergadering een mogelijkheid om de commissie toe te spreken.

Voor onderwerpen die op de agenda staan bestaat de mogelijkheid om de commissie toe te spreken aan het begin van het betreffende agendapunt.

De spreektijd is bepaald op maximaal 5 minuten per spreker. Bij meer dan 6 aanmeldingen kan de spreektijd per inspreker worden ingekort

De leden van de commissie worden in de gelegenheid gesteld om aan het college vragen te stellen over onderwerp(en) die niet op de agenda staan. De vragen dienen ter verduidelijking van een actuele zaak of ter verkrijging van een opiniërend oordeel van het college(lid). U wordt verzocht om de vraag minimaal 36 uur voorafgaande aan de vergadering aan de griffie door te geven.

De leden van de commissie worden verzocht om de bij hen levende vragen over een of meerdere onderwerpen minimaal 36 uur voorafgaande aan de vergadering door te geven aan de griffier.
Hiermee wordt bewerkstelligd dat de verantwoordelijk portefeuillehouder ter vergadering is en zich kan voorbereiden op beantwoording.

Portefeuillehouder F.A. Voskamp
Op verzoek van de fractie VVD is deze brief geagendeerd (raad 23 april 2024)

Portefeuillehouder F.I. Noordermeer – van Slageren
Op verzoek van de fracties CDA en Mijn Partij is dit onderwerp geagendeerd (raad 23 april 2024).

TOELCHTING FRACTIE CDA
Zie document

TOELICHTING FRACTIE MIJN PARTIJ
Zoals aangegeven willen wij aandacht voor de brief B 24023 Buurtpreventie Schipluiden inzake het Buurtpreventie Convenant ter sprake brengen.
In oktober 2021 werd een convenant ondertekend dat verdere inhoudelijke bespreking vereiste.
Bijna drie jaar later is er nog steeds geen duidelijkheid over de gemaakte afspraken tussen de betrokken partijen. De vele opmerkingen en suggesties met betrekking tot de ontwikkeling van het convenant zijn dermate omvangrijk geworden dat het onderwerp niet alleen complex is geworden, maar ook bijzonder demotiverend werkt voor het bestuur. De financiële situatie van Buurtpreventie Schipluiden vertoont ook een verdergaande verslechtering. De financiële middelen zijn al sinds 2013 niet aangepast, zelfs niet om inflatie bij te houden.
Dit zorgt voor grote frustratie binnen Buurtpreventie Schipluiden.

Ik stel voor dat we in de commissievergadering deze kwestie bespreken en stappen zetten om dit langlopende vraagstuk op te lossen. Het is van groot belang dat er helderheid komt over de afspraken en dat er concrete maatregelen worden genomen om de financiële situatie te verbeteren. Ter voorbereiding op de aankomende vergadering over het Buurtpreventie Convenant wil ik u graag informeren over dat ik de relevante documenten die een overzicht geven van de voortgang en de uitdagingen met betrekking tot het convenant sinds de ondertekening in oktober 2021. Ze zullen ook inzicht bieden in de opmerkingen en suggesties die zijn ontvangen tijdens het proces, evenals de impact op het demotiverende effect op het bestuur.

Portefeuillehouder: F.I. Noordermeer-van Slageren
Het Integraal Veiligheidsplan (IVP) 2024-2027 van Midden-Delfland biedt het kader voor de doelen en ambities op het gebied van veiligheid. Om de vier jaar wordt het beleid opgesteld conform artikel 38b Politiewet. Dit beleidsplan is de opvolger van het IVP 2019-2022. Vanwege de beschikbare capaciteit op team Veiligheid is het IPV later tot stand gekomen dan 2023.
De gemeenteraad is geconsulteerd over de prioriteiten voor de nieuwe beleidsperiode tijdens de raadsvergadering van 25 oktober 2022. De daarin gekozen prioriteiten door de gemeenteraad zijn opgenomen in het nu voorliggende IVP. Hiermee wordt invulling gegeven aan de oproep vanuit het coalitieakkoord en toezegging in Collegewerkprogramma 2024-2026 (CWP).
Het college stelt voor om in te stemmen met het IVP. Hierna wordt het IVP vertaald in de uitvoeringsplannen die o.a. de prioriteiten van de boa's bepalen. Op dat moment kunnen we invulling geven aan de motie van de VVD over de inzet van de BOA's.

Portefeuillehouder F.A. Voskamp
Aan de Keenenburgweg naast nummer 55 is voorzien om een huisartsenpraktijk op de begane grond met 6 tot 8 sociale huurwoningen voor starters te realiseren. Hiertoe zijn inmiddels grondreserveringsovereenkomsten gesloten. Tussen 10 april en 5 juni 2024 hebben 3 participatie- en informatieavonden plaatsgevonden met direct omwonenden en ook met inwoners van Schipluiden. In het najaar wordt dit participatie- en informatieproces voortgezet. Er heeft eveneens een gesprek met de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Welstand) plaatsgevonden. Het Schetsontwerp is ambtelijk en integraal positief beoordeeld vanuit de diverse vakdisciplines en tot stand gekomen mede vanuit de doelen om een huisartsenpraktijk én sociale huurwoningen voor starters te realiseren. Hierbij is rekening gehouden met de schaarse ruimte voor (woning)bouwlocaties in Schipluiden. Het plan wijkt op onderdelen af van het beeldkwaliteitsplan en het bestemmingsplan als gevolg van enerzijds de (eerdere en toekomstige) ontwikkelingen rond het plangebied en anderzijds vanuit de gedachte dat zorgvuldig moeten worden omgegaan met de invulling van de schaarse ruimte in Schipluiden voor bouwlocaties. Het college stelt voor om
1. Af te wijken van het Koetshuisprincipe (bijlage 4) uit het ‘Beeldkwaliteitsplan Keenenburg V, nieuwe dorpsrand Schipluiden april 2015’ waarbij alle andere uitgangspunten uit het Beeldkwaliteitsplan (bijlage 1) van kracht blijven.
2.1 Het Schetsplan en de bijbehorende ruimtelijke kaders met een nokhoogte van 11 meter, een goothoogte van 7 meter en bijbehorend bouwvlak als ruimtelijk kader vast te stellen
2.2 Op basis van het raadsbesluit dd. 25-01-22 (‘Lijst met gevallen waarvoor een bindend advies van de raad vereist is’), dat voor ontwikkelingen passend binnen dit kader geen nader advies nodig is.
3. Bij positief besluit op de vorige twee vorige besluiten worden deze besluiten als toetsingskader aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Welstand) aangeboden.

Portefeuillehouder F.A. Voskamp
Op 1 juli 2022 is de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) gewijzigd, met als doel de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen te vergroten. Deze wetswijziging dient voor 1 juli 2024 in alle gemeenschappelijke regelingen geïmplementeerd te worden. De tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap Harnaschpolder (GR BHP) wordt daarom op onderdelen gewijzigd. Dit betreft een beleidsarme technische wijziging in de tekst, om de GR BHP in lijn te brengen met de gewijzigde Wgr. Het algemeen bestuur van het BHP heeft op 6 maart 2024 het ontwerpvoorstel 7e wijziging GR BHP aan de gemeenteraad aangeboden t.b.v. een zienswijzeprocedure. De raad heeft 23 april 2024 ingestemd met het ontwerp. Ook de andere deelnemer (gemeenteraad Den Haag) heeft ingestemd. Nu wordt als laatste stap aan de beide gemeenteraden gevraagd om met de 7e wijziging GR BHP in te stemmen. Het college stelt voor om ermee in te stemmen.

Portefeuillehouder: M. Oderwald-Ruijsbroek
Gemeenten ontvangen voor de financiering van de bijstandsuitkeringen van het Rijk het zogenaamde BUIG-budget. Sinds 2021 heeft Midden-Delfland meer uitgegeven dan van het Rijk is ontvangen. Midden-Delfland heeft over 2023 een tekort van € 466.481,- (19,30%) op de bijstandsuitgaven, het zogenaamde BUIG-budget. Voornaamste oorzaken zijn de ongunstige financieringssystematiek en de afgenomen uitstroom wegens toenemende problematiek bij bijstandsgerechtigde inwoners. Voor het jaar 2023 voldoet Midden-Delfland aan de voorwaarden voor de vangnetuitkering, waarmee een deel van het tekort door het Rijk gecompenseerd wordt.
Om voor de Vangnetuitkering 2023 in aanmerking te komen gelden diverse voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat de gemeenteraad instemt met de verklaring van het college over de genomen maatregelen om de kosten van bijstand terug te brengen. Het college stelt voor om in te stemmen met de verklaring van het college over de getroffen maatregelen om het tekort te reduceren, zoals verwoord in het aanvraagformulier.

Portefeuillehouder: M. Oderwald-Ruijsbroek
De gemeente Midden-Delfland is deelnemer aan de Gemeenschappelijke Regeling Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden. Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen wordt gelegenheid geboden om een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting 2025. De voorlopige jaarrekening 2023 is ter kennisname toegezonden. Het college stelt voor om in te stemmen met de concept-zienswijze, die tot stand gekomen in overleg met de negen deelnemende gemeenten.

Portefeuillehouder: M. Oderwald-Ruijsbroek
De gemeente Midden-Delfland is deelnemer aan de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Haaglanden. Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen wordt gelegenheid geboden om een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting 2025. De voorlopige jaarrekening 2023 is ter kennisname toegezonden. Het college heeft een zienswijze voorbereid, die vanwege de reactietermijn vooruitlopend op de raadsbehandeling en -besluitvorming is verzonden. Het voorstel is om in te stemmen met deze reactie.

Portefeuillehouders: A.F. de Leede, F.I. Noordermeer-van Slageren en F.A. Voskamp
Regionale samenwerking binnen de beleidsvelden mobiliteit en economisch vestigingsklimaat is georganiseerd binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Jaarlijks kan de gemeente een zienswijze indienen op de begroting. Deze regionale samenwerking biedt een meerwaarde voor Midden-Delfland. De begroting MRDH 2025 kent een omvang (lasten en baten) van 786,7 miljoen euro. Het meeste hiervan ter grootte van 589,3 miljoen is bestemd voor de exploitatie openbaar vervoer. Overige bestedingen zijn bestemd voor infrastructurele projecten op het gebied van verkeer en openbaar vervoer, financieringskosten vervoersbedrijven en personele lasten en versterken economisch vestigingsklimaat. Uitgaven voor mobiliteit worden gedekt uit een Rijksbijdrage. Dekking voor het economisch vestigingsklimaat vanuit de inwonersbijdrage van € 3,07. Voor Midden-Delfland stijgt deze bijdrage in totaal met € 2.302,- naar € 59.503,-. Het college stelt voor om een instemmende zienswijze af te geven.

Portefeuillehouder: F.A. Voskamp
De gemeente Midden-Delfland is deelnemer aan de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsbedrijf Avalex. Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen wordt gelegenheid geboden om een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting 2025. De voorlopige jaarrekening 2023 is ter kennisname toegezonden. Het college heeft een concept-zienswijze voorbereid.

Portefeuillehouder: F.I. Noordermeer-van Slageren
De gemeente Midden-Delfland is deelnemer aan de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Haaglanden. Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen wordt gelegenheid geboden om een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting 2025. De voorlopige jaarrekening 2023 is ter kennisname toegezonden. Het college stelt aan de gemeenteraad voor om:
1. Kennis te nemen van de bijgaande stukken;
2. De bijdrage vanaf 2025 structureel te verhogen met €76.000 en dit te verwerken in de meerjarenbegroting 2025-2028 Midden-Delfland;
3. De bijgaande zienswijze te versturen aan het Dagelijks Bestuur van de VRH.

Portefeuillehouder: M. Oderwald-Ruijsbroek
De gemeente Midden-Delfland is deelnemer aan de Gemeenschappelijke Regeling GGD en Veilig Thuis Haaglanden. Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen wordt gelegenheid geboden om een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting 2025. De voorlopige jaarrekening 2023 is ter kennisname toegezonden. Het college heeft een concept-zienswijze voorbereid.

Portefeuillehouder: n.v.t.
Één van de vereisten voor het vervullen van het wethouderschap is ingezetene zijn van de gemeente. Bij haar aantreden als wethouder op 6 juli 2022 is aan mevrouw M. Oderwald-Ruijsbroek ontheffing verleend van het ingezetenschap. Deze ontheffing kent een wettelijke termijn (Gemeentewet, artikel 36a) van maximaal één jaar. De huidige ontheffing eindigt op 5 juli 2024 23.59 uur. Op basis van artikel 36a, lid 2 van de Gemeentewet kan de raad in bijzondere gevallen de ontheffing telkens met een periode van één jaar verlengen. Een ontheffingsduur van telkens maximaal één jaar brengt met zich mee dat de raad steeds opnieuw aan de hand van actuele omstandigheden moet beoordelen of sprake is van een bijzonder geval dat afwijking van het wettelijk uitgangspunt rechtvaardigt.

Portefeuillehouder: F.I. Noordermeer-van Slageren
In de Gemeentewet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. Deze ‘nadere regelgeving’ betreft het Rechtpositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. Het Rijk past jaarlijks het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers aan. Veelal betreft het technische aanpassen en indexatie van de bedragen. In 2023 zijn er ook enkele inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen dienen overgenomen te worden in de lokale verordening of regeling.
Het voorliggende voorstel dient ter intrekking van de verordening en gelijktijdige vaststelling van een nieuwe verordening. Deze verordening ziet op de rechtspositie van raads- en commissieleden (de rechtpositie van burgemeester en wethouders wordt afzonderlijk geregeld: besluitvorming door het college). Bij de inrichting van het document is het model van de VNG aangehouden en waar nodig gewijzigd of aangevuld. Het model bevat geen bepalingen die 1 op 1 overeenkomen met de landelijke regelgeving. Voor zover bepalingen uit dit model niet op onze gemeentelijke bestuurders van toepassing zijn, worden zij aangeduid als [gereserveerd]. Hiermee kan een eventuele toekomstige wijziging eenvoudiger worden bewerkstelligd.

Portefeuillehouder: F.I. Noordermeer-van Slageren
De raads- en commissieleden vergaren op diverse manieren informatie. Één van de informatiebronnen is het houden van raadsinformatie-bijeenkomsten.
In 2009 zijn spelregels opgesteld, die duiding geven bij het organiseren en houden van de bijeenkomsten. 
In een recent gehouden vergadering van het Presidium (overleg van fractievoorzitters) zijn de spelregels besproken. Hierbij is geconstateerd dat:
· De spelregels nog immer actueel zijn (met actualisering van de huidige regelgeving Wet Open Overheid);
· Het – gelet op het tijdsverloop - wenselijk is om de spelregels te laten (her)bevestigen

Portefeuillehouder: F.I. Noordermeer–van Slageren
Recent (21 mei 2024) heeft het college een raadsinformatiebrief over Keenenburg V fase 2 (nr A 24033) aan de raad gezonden. Het college doet in de brief een voorstel aan de raad om zich uit te spreken c.q. een besluit te nemen om geen zienswijze of bedenkingen te uiten richting het college over de voorgenomen verkoop van gronden.
Vanuit het Presidium (overleg van fractievoorzitters) en vervolgens door de raad (vergadering 28 mei 2024) is kritiek geuit over het op deze wijze ontlokken van een raadsbesluit. Deze vorm van een gecamoufleerd voorstel over een te nemen raadsbesluit wordt als procedureel onjuist ervaren. De raad mag verwachten dat zij een raadsvoorstel voorgelegd krijgt, die via de commissie en raad kan worden behandeld.