Gemeenteraad

De gemeenteraad behandelt de ingekomen stukken, die in de periode van 11 april 2023 tot en met 16 mei 2023 bij de griffie is binnengekomen.
Lijst A: Ingekomen stukken van het college
Lijst B: Ingekomen stukken van derden
Lijst C: Beantwoording schriftelijke vragen Art 42 RvO

Bijgewerkt per 11 mei 2023

Bijgewerkt per 15 mei 2023

Op grond van het Reglement van Orde, artikel 42 kan de vragensteller, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Bij dit agendapunt wordt de gelegenheid geboden om de raad toe te spreken. Het spreekrecht is beperkt tot de op deze agenda vermelde punten. Het woord kan niet worden gevoerd over:
• een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
• benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
• een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht indien deze kan of kon worden ingediend;
• de notulen, de lijst van ingekomen stukken en het vragenuur.
Agendapunten 5b tot en met 7 zijn onderwerp van het spreekrecht.
Zij die gebruik wensen te maken van het inspreekrecht, moeten dat melden bij de griffier, waartoe gelegenheid is tot voor de aanvang van de vergadering. De spreektijd is beperkt tot 5 minuten per spreker.

OPMERKING GRIFFIE:

Agendapunt 7 "Voorstel aanpassing besluit aanleg kunstgrasveld SV Den Hoorn" is op verzoek van het college aan de agenda toegevoegd.

Het college verzoekt de raad om dit voorstel te behandelen en tot besluitvorming te komen, zodat op een zo korts termijn duidelijkheid wordt verkregen.

Het onderwerp is als bespreekpunt opgevoerd, aangezien commissiebehandeling niet heeft plaatsgevonden.

Behandeling in de commissie veronderstelt dat de gemeenteraad zonder nadere beraadslagingen een besluit ter zake kan nemen.

• Vsl raad 2023 m 04 d 18.docx 167 KB

• Vsl raad 2023 m 05 d 08.docx 58 KB

Portefeuillehouder F.A. Voskamp
De boer van de voormalige melkveehouderij aan de Oostgaag 45 vraagt toestemming om een bijgebouw op het boerenerf te gebruiken als "rustende boer" woning. Een "rustende boer" woning is bedoeld voor de tijdelijke huisvesting van een boer die zijn bedrijf overdraagt aan zijn opvolger, maar nog wel betrokken blijft bij het bedrijf. In dit geval kan hier geen omgevingsvergunning voor worden verleend op grond van het bestemmingsplan, omdat dit agrarisch bedrijf geen melkveehouderij meer is. Echter draagt de bedrijfsvoering bij aan de doelen voor het Bijzonder Provinciaal Landschap Midden-Delfland. Daarom is het wenselijk dat de bedrijfsvoering wordt gecontinueerd. Om dat te bereiken is een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het bestemmingsplan voor de "rustende boer" woning en voor de genoemde bedrijfsvoering. In dit geval kunnen wij een omgevingsvergunning alleen verlenen, nadat de raad een verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven.
Het college stelt de gemeenteraad voor:

1. Een ontwerp verklaring van geen bedenkingen te geven voor het gebruiken van een bijgebouw als tijdelijke vesting van de "rustende boer" en voor de continuering van de huidige bedrijfsvoering van het bestaande agrarisch bedrijf aan de Oostgaag 45 Maasland.
   2. De ontwerpverklaring aan te merken als definitieve verklaring in het geval er geen zienswijzen worden ontvangen.

• 05 b rv VVGB Oostgaag 45.docx 169 KB
• COMM VVGB Oostgaag 45.docx 169 KB
• 08 Ruimtelijke Onderbouwing Oostgaag 45 2.1.pdf 779 KB
• 08 Beantw vraag fractie Mijn Partij.docx 47 KB

Portefeuillehouder F.A. Voskamp
Op 1 juli 2022 is een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in werking getreden. Deze wijziging heeft invloed op de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex 2018 (hierna te noemen GR Avalex) en leidt tot aanpassingen, welke in het ontwerp tweede tekstuele wijziging GR Avalex zijn verwoord. Het bestuur van Avalex geeft de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten de mogelijkheid om een zienswijze hierop naar voren te brengen. Voor het wijzigen van de GR geldt een overgangsperiode van 2 jaar, dus de wijziging moet voor 1 juli 2024 vastgesteld zijn.
Naast deze, wettelijke, wijzigingen, heeft het bestuur van Avalex dit als ‘natuurlijk’ moment aangegrepen om enkele andere tekstuele aanpassingen, als gevolg van eerder genomen bestuursbesluiten, in de GR voor te stellen.
Het college heeft een concept-zienswijze opgesteld, die ter besluitvorming aan u voorligt.
De zienswijze is aangepast op basis van het besprokene in de commissievergadering.

• 05 c rv WIjz 2 GR Avalex.docx 172 KB
• 05 c ZIenswijze (aangepaste versie).docx 25 KB
• COMM rv WIjz 2 GR Avalex.docx 172 KB
• COMM bijlage concept-zienswijze.docx 25 KB
• 09 GR Avalex aanbiedingsbrief.pdf 121 KB
• 09 Bijlage 1 bij brief Toelichting ontwerp tweede tekstuele wijzigingen GR Avalex 2018 voor raden.pdf 159 KB
• 09 Bijlage 2 bij brief Ontwerp tweede tekstuele wijziging GR Avalex 2018 voor raden.pdf 147 KB

Portefeuillehouder M. Oderwald-Ruijsbroek
In 2018 heeft zich een grote stijging in de kosten op het gebied van jeugdhulp voorgedaan in de gemeente Midden-Delfland. Naar aanleiding van de kostenstijging heeft onze gemeente vanaf medio 2019 ingezet op kostenbeheersing en professionalisering in het jeugdveld. Het Plan van aanpak kostenbeheersing jeugdhulp 2019 (verder: het Plan van aanpak) vormde daartoe de aftrap. Daarnaast is in 2020, voortvloeiend uit het Plan van aanpak, het beleidskader jeugd 2020 – 2023 (verder: het beleidskader) door de raad vastgesteld. Het beleidskader is vastgesteld voor de periode 2020 - 2023 en dient later dit jaar geactualiseerd te worden.
Uw raad heeft in november 2022 bij motie gevraagd om een evaluatie van het Plan van aanpak. In de motie verzoekt de raad het college:
- Te evalueren of de beoogde effecten uit het raadsvoorstel zijn behaald;
- Dekking voor de evaluatie te zoeken binnen taakveld Jeugd;

• De raad voor het zomerreces te informeren over de resultaten, zodat dit kan worden meegenomen in de kaderstelling van de raad met betrekking tot de begroting van 2024.
  In de motie beschrijft u dat het budget voor de uitvoering van het Plan van Aanpak eindigt in 2023. De middelen voor het plan van aanpak (€ 155.000) heeft de raad echter incidenteel beschikbaar gesteld in de begroting van 2019 met een doorloop in 2020. Deze middelen zijn dus al eerder beëindigd. De gelden die wel eindigen eind 2023, zijn de middelen die bij de vaststelling van de begroting 2022 gedurende twee jaar zijn toegekend ter versterking van de capaciteit van het maatschappelijk team.
  In bijlage 1 van de raadsinformatiebrief is een laatste stand van zaken gegeven op de nog te realiseren opgaves uit het Plan van aanpak. Hoewel deze rapportage nog geen evaluatie naar effecten is, biedt het wel inzicht in de uitvoering en de daarmee bereikte resultaten van het plan van aanpak.
  Gelet op het overzicht (bijlage 1 van de raadsinformatiebrief) van de ondernomen acties en behaalde resultaten uit het Plan van aanpak, de cijfermatige ontwikkelingen in de jeugdhulpkosten (bijlage 2 van de raadsinformatiebrief) en het reeds in 2019 verlopen budget, acht het college het minder zinvol om het Plan van aanpak vier jaar na de vaststelling en drie jaar na afronding, afzonderlijk te evalueren. Om tegemoet te komen aan de vraag die wij menen te horen vanuit de raad stellen wij voor om de evaluatie op een langere periode toe te passen dan alleen 2019 en daarnaast breder af te bakenen naar de gehele inzet op het jeugdbeleid. Met deze bredere scope die niet alleen gericht is op het Plan van aanpak, verwachten wij dat de evaluatie meer relevantie biedt voor zowel huidig als toekomstig beleid. Daarnaast verwachten wij hiermee uitvoering te geven aan de door uw raad gevraagde evaluatie van het Plan van aanpak.

• 06 rv evaluatie Jeugdbeleid.docx 173 KB
• COMM rv evaluatie Jeugdbeleid.docx 171 KB
• 07 Bijlage Raadsinformatiebrief voorstel evaluatie jeugdbeleid.docx 734 KB
• 07 Beantw vragen fractie OGP.docx 48 KB

Portefeuillehouder W. Renzen- van Leeuwen
Op 30 augustus 2022 heeft de raad besloten een lening aan SV Den Hoorn te verstrekken (zaaknummer 67717). Hierna is het college in gesprek gegaan met de vereniging en Stichting Exploitatie Sportcomplex Den Hoorn om te komen tot een overeenkomst. Onderwerp van gesprek was met name het aflossingsschema, mede in relatie tot de gebruiksperiode en afschrijvingstermijn van het veld. Gedurende deze gesprekken werd duidelijk dat het strikt genomen niet om een lening gaat, maar om een krediet dat de vereniging in termijnen terugbetaalt. Hiervoor ligt er een ondertekende versie van een overeenkomst met aflossingsschema, waarin alle kosten worden terugbetaald.Het college van burgemeester en wethouders adviseert de gemeenteraad om:
1. Het besluit over de verstrekking van een lening aan sv Den Hoorn van 30 augustus (zaaknummer 67717) in te trekken
2. Een investeringskrediet beschikbaar te stellen van€628.589,47,- (inclusief btw)ten behoeve van de aanleg van een kunstgrasveld op het terrein van sv Den Hoorn.

• 07 rv aanpassing besluit aanleg kunstgrasveld sv den hoorn.docx 169 KB
• 07 Beantw vragen fractie OGP.docx 48 KB
• 07 Beantw vragen fractie Mijn Partij.docx 47 KB
• 07 Beantw aanvullende vragen fractie Mijn Partij.docx 14 KB

Portefeuillehouder F.J.M. ten Have
Het college heeft het voornemen om een lening met de vv Den Hoorn af te sluiten voor het realiseren van een extra kunstgrasveld. Op grond van de Financiële Verordening (artikel 7) wordt de raad de mogelijkheid geboden om haar zienswijze kenbaar te maken over voorgenomen college-besluiten, die een bedrag van € 500.000 te boven gaan.
Het collegevoorstel is per brief aan de raad voorgelegd met een reactie-termijn. De fracties Mijn Partij, OGP en ChristenUnie achten dat de raad alleen in een vergadering bijeen een inhoudelijke reactie kan geven. Derhalve is het collegevoorstel geagendeerd.

De leden van de gemeenteraad worden in de gelegenheid gesteld om aan het college vragen te stellen over onderwerp(en) die niet op de agenda staan.
De vragen dienen ter verduidelijking van een actuele zaak of ter verkrijging van een opiniërend oordeel van het college(lid).
U wordt verzocht om de vraag minimaal 36 uur voorafgaande aan de vergadering via de griffie aan de Voorzitter te stellen.